Pesten

Het klinkt wat tegenstrijdig met Kerst: pesten, maar het is juist heel leuk om elkaar op een speelse manier te plagen.

Doel van het spel:
Dit spel speelt u minimaal met 2 spelers en bij aanvang van het spel krijgt iedere speler 7 kaarten gedeeld. Het doel is om deze zo snel mogelijk weer kwijt te zijn. De speler die als eerste alle kaarten heeft weggespeeld, wint dit potje pesten.

Laat de pestkop in u los!
Nadat iedereen 7 kaarten heeft gekregen, wordt de rest van de kaarten op een stapel (de trekstapel) gelegd, met de achterkant van de kaarten naar boven. Nu moet een tweede stapel gevormd worden (de aflegstapel). Dat doet u door de bovenste kaart van de pot open te leggen. De speler aan zet moet dan een kaart bovenop de omgedraaide kaart leggen.

Voorbeeld: als er een schoppen 7 op de aflegstapel ligt, dan mag u (als u aan de beurt bent) een schoppenkaart bovenop de stapel leggen. U mag ook alle andere kleuren kaarten erop leggen die het getal 7 hebben. Kunt u geen schoppen kaart of kaart met het cijfer 7 erop leggen, dan moet u een kaart van de trekstapel pakken. Wanneer u een schoppen kaart van de trekstapel pakt of een kaar met het getal 7, dan mag u deze direct op de aflegstapel plaatsen en hoeft u niet op een volgende beurt te wachten. Wanneer een speler nog maar 1 kaart heeft dan moet hij of zij op de tafel kloppen.

Daarnaast wordt het spel gespeeld met een aantal pestkaarten. De spelers kiezen vaak zelf wat de pestkaarten zijn en wat ze inhouden. De meest veelvoorkomende pestkaarten vindt u hieronder:
2 – De speler na u moet 2 kaarten pakken uit de pot. Dit hoeft niet als deze een joker of een 2 kan opleggen en dit proces herhaalt zich, totdat een speler geen joker of 2 meer kan opleggen. Deze speler is flink gepest en moet het aantal pestkaarten bij elkaar optellen en van de trekstapel pakken, waarbij een 2 voor 2 kaarten telt en een joker voor 5 kaarten.
7 – Zeven kleven! Dat wil zeggen dat de speler die de 7 neerlegt, nog een keer mag.
8 – Acht, wacht. Indien er een 8 wordt opgelegd moet de volgende speler een beurt overslaan. Speelt u het spel maar met twee spelers, dan bent u dus nogmaals aan de beurt.
Boer – Legt u de boer op de aflegstapel? Dan mag u beslissen met welke kaartsoort verder wordt gespeeld. De boer mag niet lukraak neergelegd worden. Dit mag alleen als deze dezelfde kaartsoort heeft als de bovenste kaart van de aflegstapel.
Heer – Heertje nog een keertje, als u een heer oplegt dan mag u nog een keer.
Aas – Indien deze kaart wordt opgelegd, keert de spelrichting om. U speelt dan niet meer met de klok mee, maar tegen de klok in gespeeld.
Joker – Als u deze kaart oplegt, moet de volgende speler 5 kaarten pakken. Zie voor verdere uitleg de informatie bij pestkaart met het cijfer 2.

Het spel is afgelopen als een speler al zijn kaarten kwijt is. Let op: u mag niet als laatste kaart een pestkaart neerleggen.

Tip: voeg extra kaartspellen en jokers toe als u met drie of meer mensen speelt.

Wilt u liever direct contact?

Bel +31 162 67 33 60. Voor de afdeling House & Garden kunt u bellen naar +31 162 67 33 74.

Klik hier voor uitgebreide contactgegevens